D186  Keet
afgebroken
Genealogische gegevens: (van microfiches Bibliotheek Winterswijk)

In 1987 kreeg de nieuw gebouwde boerderij De Nieuwe Wandershoeve (bewoners kwamen van Wanders Medd) het nummet D186 toegewezen.

Vroeger was dit nummer gereserveerd voor de zogenaamde Keet, waar de illustere figuur Keet-Albert woonde.

Hieronder een stukje uit Meer Ovver Meddo: 

“Albert Mastenbroek  (“Keet-Albert”).
Hij i
s geboren op 3 juni 1861 te Zuidwolde.
Hij is
grondwerker, zijn geloofsovertuiging is Chr.Gereformeerd en hij woont op Meddo nr. 186 in een "keet". In de tijd omstreeks de Eerste Wereldoorlog rijdt er dagelijks een leemtrammetje van en naar de leemputten aan de Eibergseweg om leem te halen voor de steenfabriek van Overkamp. Ingeschreven als grondwerker, ligt het voor de hand dat hij bij dit werk betrokken is. Op de plek waar de leem het eerste is weggehaald, wordt voor de paarden van die tram een schuurtje neergezet. In 1928 wordt Afbert ingeschreven in het Bev.register en vestigt hij zich in die, tot woning omgebouwde paardestal, en vandaar zijn bijnaam"Keet-Alben".
Hij
verbouwt zijn eigen groente en verdient de kost met grondwerk, graven en schoonmaken van sloten, egaliseren van ruwe terreinen. Hij woont en leeft wel heel afgezonderd. Het kleine slingerende kiezelpaadje naar zijn voordeur doet proper en gezellig aan. Ook binnen in zijn omgebouwde paardestal is het beslist schoon en helder. Zijn fiets -bij die afstanden een onmisbaar attribuut - is aan de zolder opgehangen om niet te veel ruimte in te nemen. Om hem heen is alles dan nog veldgebied. Zijn lijfspreuk is:"Ik heb van alles zat!" en zo leeft hij ook. Een wens van hem blijft:"Graag zou ik de minister van weer en wind eens willen spreken" en dat valt in zijn situatie te begrijpen.
In j
anuari 1942 wordt Albert Mastenbroek opgenomen in het Rusthuis 't Wamelirik aan de Kottenseweg en op ] september van hetzelfde jaar overlijdt deze kleurrijke Meddonaar in het Algemeen Ziekenhuis te Winterswijk. “